Contact met je basisstation

Afbeelding van Vinzent Weinbeer via Pixabay
Voordat ik begon te werken als rouwcoach werkte ik in het bedrijfsleven. Ik heb al wel vaker verteld dat ik op m’n 16e nog niet wist dat ik rouwcoach zou worden. Daar was eerst wat levenservaring en verlieservaring voor nodig. Dus heb ik een dikke twintig jaar doorgebracht in organisaties die niet altijd bij me pasten. Eigenlijk had ik altijd een haat-liefde verhouding met mijn werk, voor welk bedrijf ik ook werkte. Alleen bij Artsen zonder Grenzen (waar ik twee missies voor deed) kon ik volledig achter de missie van de organisatie staan. Maar bij de bedrijven waar ik daarvoor en daarna werkte, heb ik altijd iets gemist.
Er waren al die jaren blijkbaar toch genoeg aspecten die me daar hielden. Een prima inkomen, werk dat me goed afging, voldoende uitdaging binnen mijn werk en niet te vergeten leuke collega’s. Bijzonder hoe mensen een plek kunnen maken of breken. Die band was niet overal hetzelfde natuurlijk, maar bij het bedrijf waar ik het langst werkte had ik werkelijk mooi contact met mijn collega’s. We konden een geintje bij elkaar uithalen, konden eerlijk zijn naar elkaar en hielpen elkaar als dat nodig was.
Er ontstond een kloof tussen mij en mijn collega’s
Bij mij is er ondanks dat altijd een gevoel gebleven van het buitenbeentje zijn. Het gevoel dat dit niet mijn plek was en het feit dat ik niet achter de manier van werken van de organisatie kon staan, zorgden ervoor dat er een kloof ontstond tussen mij en mijn collega’s. Ik werd de moraalridder van de afdeling en kreeg weinig bijval. Zij vonden het wel best daar en hadden niet zoveel behoefte om de wereld te verbeteren. Daar waar zij geintjes maakten, kon ik er niet meer om lachen. Dat voelde best eenzaam.
Dat gevoel van eenzaamheid herken ik niet alleen van de plekken waar ik werkte, maar ook in vriendengroepen waar interesses niet meer samenkwamen. Ook na het overlijden van mijn moeder merkte ik dat ik iets anders nodig had dan mijn vrienden. In alle gevallen kon ik me weer opladen zodra ik alleen was. Dan lukte het om alles weer op een rijtje te krijgen en om weer contact maken met mijn basis. Alle “ruis” en afleiding door invloeden en meningen van anderen was er dan niet, het enige dat telde was hoe ik me voelde. In m’n eentje vond ik rust.
Ze zitten letterlijk op een andere golflengte
De schijnbaar onlogische conclusie die ik moest trekken, was dat ik me juist in zo’n gezelschap eenzamer voelde dan wanneer ik alleen was. Sterker nog, als ik alleen was dan kon ik me weer opladen en voelde ik me meer verbonden dan in gezelschap. Het zette me aan het denken over wat eenzaamheid nou eigenlijk is. Ook in deze tijd is dat best handig, nu we worden gedwongen om meer (alleen) thuis te zijn. Maar niet te vergeten zorgt ook de rouw ervoor dat je gevoelens van eenzaamheid kan ervaren. Mensen begrijpen je niet, ze zitten letterlijk op een andere golflengte.
Het bijzondere is dus dat eenzaamheid niets te maken heeft met alleen zijn. Eenzaamheid wordt juist getriggerd door anderen en door verwachtingen die we hebben van een ander. Die twee aspecten kunnen ervoor zorgen dat je niet meer in contact bent met jezelf. Met wat jij wil, met wat jij nodig hebt, met wat jij voelt. Dát is wat dat gevoel van eenzaamheid veroorzaakt. Het geweldige daarvan is je die verbinding zelf ook weer kunt herstellen. En het geweldige dáárvan is dat je vanuit die verbinding met je eigen basis ook weer makkelijker kunt verbinden met de ander.
Zonder dat contact met het basisstation is het compleet nutteloos
Ik zie dat voor me als een huistelefoon met een basisstation. Zolang die telefoon verbonden is met het basisstation kan het contact maken met andere telefoons. Maar zonder dat contact met het basisstation is het compleet nutteloos. Dan kunnen er pogingen zijn om contact te maken maar er gebeurt niets. Jouw contact met jouw basis is dus nodig, in gezelschap maar zeker, of misschien wel júist, wanneer je alleen bent. Dat is het contact dat maakt dat je je verbonden voelt, of er nou daadwerkelijk contact is met anderen of niet.
Om in de metafoor van die telefoon te blijven is het ook mooi om te zien dat al die basisstations met elkaar verbonden zijn via een lijntje. Ook als er niet gebeld wordt, is dat lijntje er wel. Als ik in mijn oude werk het contact met mijn basis had kunnen voelen, had ik me ook verbonden kunnen voelen met mijn collega’s. Zo zie ik dat ook voor me nu in de lockdown. We zijn allemaal op onszelf maar blijven verbonden. Ook als je rouwt kun je dit voelen. Het vraagt van je om je oordeel over jouw “basis” los te laten. Want die voelt zich niet zoals je je wil voelen. Maar dit is wat er nu is en hoe beter je dit kunt accepteren, hoe steviger jouw contact met jouw basis, hoe makkelijker de verbinding met anderen.
Geeft dit uitgangspunt je meer helderheid over je gevoelens van eenzaamheid? Wat ga je ondernemen om het contact met jouw basis te verbeteren? Wil je het hieronder met me delen?
Heb ik je interesse gewekt?
Ben je klaar voor nog meer tips die werken zodra jij besluit dat je het genoeg alleen hebt geprobeerd? Ontvang ze gratis en zonder iets te hoeven doen in je mailbox.
Je geeft toestemming aan OverRouw voor de zorgvuldige verwerking van je gegevens. Bekijk de privacy policy.